Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 32:49-52 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

49. Beklim dit gebergte, de Abarim – de berg Nebo, die in het land Moab ligt, tegenover Jericho – en aanschouw het land Kanaän, dat Ik de Israëlieten in bezit zal geven,

50. en sterf op de berg, die gij beklimmen zult, opdat gij tot uw voorgeslacht vergaderd wordt, zoals uw broeder Aäron op de berg Hor gestorven en tot zijn voorgeslacht vergaderd is –

51. omdat gij ontrouw jegens Mij geweest zijt te midden van de Israëlieten, bij de wateren van Meribat-Kades in de woestijn Sin, en gij Mij niet geheiligd hebt te midden van de Israëlieten.

52. Want gij zult het land vóór u zien liggen, maar daar niet binnengaan, het land dat Ik de Israëlieten geven zal.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 32