23. En Hij gebood Jozua, de zoon van Nun: Wees sterk en moedig, want gij zult de Israëlieten brengen in het land, dat Ik hun onder ede beloofd heb, en Ik zal met u zijn.
24. Toen Mozes gereed was met de woorden dezer wet volledig in een boek op te schrijven,
25. gebood hij de Levieten, die de ark van het verbond des Heren droegen:
26. Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de Here, uw God, opdat het daar tot getuige tegen u zij.
27. Want ik ken uw weerspannigheid en hardnekkigheid. Wanneer gij, terwijl ik thans nog levend bij u ben, tegen de Here weerspannig zijt geweest, hoeveel te meer dan na mijn dood!