Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 29:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Dit zijn de woorden van het verbond dat de Here Mozes geboden heeft met de Israëlieten te sluiten in het land Moab, naast het verbond dat Hij met hen bij Horeb gesloten had.

2. Mozes dan riep geheel Israël tot zich en zeide tot hen: Gij hebt alles gezien wat de Here in het land Egypte voor uw ogen Farao, al zijn dienaren en zijn gehele land heeft aangedaan:

3. de grote beproevingen, die gij met eigen ogen gezien hebt, die grote tekenen en wonderen.

4. Doch de Here heeft u geen hart gegeven om te verstaan of ogen om te zien, of oren om te horen, tot op de huidige dag.

5. Veertig jaar liet Ik u door de woestijn trekken; de klederen die gij droegt, zijn niet versleten evenmin als de schoenen aan uw voeten.

6. Brood hebt gij niet gegeten, wijn of bedwelmende drank niet gedronken – opdat gij zoudt weten, dat Ik de Here, uw God, ben.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 29