Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 25:13-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Gij zult in uw buidel geen tweeërlei gewicht hebben, een groot en een klein.

14. Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben, een grote en een kleine.

15. Gij zult een vol en zuiver gewicht hebben; gij zult een volle en zuivere efa hebben, opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God, u geven zal.

16. Want ieder die deze dingen doet, ieder die onrecht doet, is de Here, uw God, een gruwel.

17. Gedenk wat Amalek u gedaan heeft op uw tocht, toen gij uit Egypte getrokken waart;

18. hoe hij u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart, en hoe hij God niet vreesde.

19. Als dan de Here, uw God, u rust gegeven heeft van al de vijanden rondom u in het land, dat de Here, uw God, u ten erfdeel geven zal om het te bezitten, dan zult gij de herinnering aan Amalek onder de hemel uitwissen; vergeet het niet.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 25