Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 21:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. en zij zullen betuigen: Onze handen hebben dit bloed niet vergoten en onze ogen hebben het niet gezien.

8. Doe verzoening voor uw volk Israël, dat Gij bevrijd hebt, Here, en leg geen onschuldig bloed in het midden van uw volk Israël. Dan zal het bloed voor hen verzoend zijn.

9. Zo zult gij het onschuldig bloed uit uw midden wegdoen, want zo doet gij wat recht is in de ogen des Heren.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 21