Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 2:2-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Toen zeide de Here tot mij:

3. gij hebt lang genoeg om dit gebergte heen getrokken, wendt u naar het noorden;

4. gebied het volk aldus: gij gaat nu trekken door het gebied van uw broeders, de zonen van Esau, die in Seïr wonen; die zullen bevreesd voor u zijn. Neemt u echter zeer in acht;

5. daagt hen niet uit, want Ik zal u van hun land zelfs geen voetbreed geven, omdat Ik het gebergte Seïr aan Esau tot een bezitting gegeven heb.

6. Voedsel om te eten zult gij van hen voor geld kopen; ook water om te drinken zult gij van hen voor geld kopen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 2