Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 14:7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

De volgende echter zult gij niet eten van de dieren die herkauwen of geheel gespleten hoeven hebben: de kameel, de haas, en de klipdas, omdat zij wel herkauwen, maar geen gespleten hoeven hebben; onrein zullen zij voor u zijn.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 14

Uitzicht Deuteronomium 14:7 in verband