Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 1:9-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Toentertijd zeide ik tot u: ik alléén zal de zorg voor u niet kunnen dragen.

10. De Here, uw God, heeft u vermenigvuldigd en zie, heden zijt gij zo talrijk als de sterren des hemels.

11. De Here, de God uwer vaderen, voege er aan u nog duizendmaal zoveel toe als gij nu telt en zegene u, zoals Hij u beloofd heeft.

12. Hoe zou ik dan alléén uw moeite, uw last en uw rechtsgedingen kunnen dragen?

13. Wijst uit uw stammen wijze, verstandige en ervaren mannen aan, dat ik hen als uw hoofden aanstelle.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 1