Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 1:24-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. zij begaven zich op weg, trokken het gebergte in, kwamen tot aan het dal Eskol en verkenden dit.

25. Ook namen zij vruchten van het land mee en brachten ons die; tevens brachten zij ons verslag uit en zeiden: Het land dat de Here, onze God, ons geven zal, is goed.

26. Maar gij wildet niet optrekken en waart weerspannig tegen het bevel van de Here, uw God;

27. gij mordet in uw tenten en zeidet: omdat de Here ons haat, heeft Hij ons uit het land Egypte geleid om ons te brengen in de macht van de Amorieten en ons te verdelgen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 1