Oude Testament

Nieuwe Testament

Daniël 6:19-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Toen ging de koning naar zijn paleis en bracht de nacht vastend door; en hij liet niets tot afleiding voor zich brengen, en zijn slaap vlood van hem.

20. Bij het ochtendkrieken, toen het licht werd, stond de koning op en ging inderhaast naar de leeuwenkuil,

21. en toen hij nabij de kuil kwam, riep hij Daniël toe met droeve stem; de koning nam het woord en zeide tot Daniël: Daniël, gij dienaar van de levende God, heeft uw God, die gij zo volhardend dient, u van de leeuwen kunnen bevrijden?

22. Toen sprak Daniël tot de koning: O, koning, leef in eeuwigheid!

23. Mijn God heeft zijn engel gezonden en de muil der leeuwen toegesloten, en zij hebben mij geen kwaad gedaan, omdat ik voor Hem onschuldig ben bevonden; maar ook tegen u, o koning, heb ik geen misdaad begaan.

24. Toen werd de koning ten zeerste verheugd en hij gaf bevel, dat men Daniël uit de kuil zou optrekken; Daniël werd uit de kuil opgetrokken, en generlei letsel werd aan hem gevonden, omdat hij op zijn God had vertrouwd.

25. En de koning gaf bevel, en men haalde die mannen die de aanklacht tegen Daniël ingebracht hadden en wierp hen in de leeuwenkuil, hen, hun kinderen en hun vrouwen, en zij hadden de bodem van de kuil nog niet bereikt, of de leeuwen maakten zich van hen meester; zelfs al hun beenderen vermorzelden zij.

26. Daarna schreef koning Darius aan alle volken, natiën en talen, die de ganse aarde bewonen: Uw vrede zij groot!

27. Door mij wordt bevel gegeven, dat men in het gehele machtsgebied van mijn koninkrijk voor de God van Daniël zal vrezen en beven; want Hij is de levende God, die blijft in eeuwigheid; zijn koningschap is onverderfelijk en zijn heerschappij duurt tot het einde;

28. Hij bevrijdt en redt, en doet tekenen en wonderen in hemel en op aarde, Hij, die Daniël uit de macht der leeuwen heeft bevrijd.

29. En deze Daniël stond in hoog aanzien onder het koningschap van Darius en onder het koningschap van Kores, de Pers.

Lees verder hoofdstuk Daniël 6