Oude Testament

Nieuwe Testament

Amos 5:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Hoort dit woord, dat Ik over u aanhef, een klaaglied, huis Israëls:

2. Gevallen is zij, zij zal niet weer opstaande jonkvrouw Israëls,nedergeworpen ligt zij op haar bodem,niemand richt haar op.

3. Want zo zegt de Here Here: De stad die met duizend uittrekt, zal er honderd overhouden, en die met honderd uittrekt, zal er tien overhouden voor het huis Israëls.

4. Want zo zegt de Here tot het huis Israëls: Zoekt Mij en leeft.

5. Maar zoekt Betel toch niet, en komt niet naar Gilgal, en trekt niet naar Berseba. Want Gilgal wordt onherroepelijk weggevoerd en Betel gaat teniet.

6. Zoekt de Here en leeft, opdat Hij niet vare als een vuur in het huis van Jozef en het vertere, terwijl er geen blusser zal zijn voor Betel.

7. O, zij die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde nederwerpen!

8. Hij, die Pleiaden en Orion heeft gemaakt; Hij, die donkerheid verkeert in ochtend, en die de dag tot nacht verduistert; Hij, die het water der zee heeft opgeroepen en uitgegoten over de oppervlakte der aarde, – Here is zijn naam!

Lees verder hoofdstuk Amos 5