1. Daarna versloeg David de Filistijnen en onderwierp hen; en David ontnam de Filistijnen het bestuur over de hoofdstad.
2. Ook versloeg hij de Moabieten, en mat hen af met een snoer, terwijl hij hen op de grond deed neerliggen; hij mat telkens twee snoeren af om te doden en één vol snoer om in het leven te laten. En de Moabieten werden schatplichtige onderdanen van David.