Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 3:28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Toen David dit later hoorde, zeide hij: Ik en mijn koningschap zijn voor altijd tegenover de Here onschuldig aan het bloed van Abner, de zoon van Ner.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 3

Uitzicht 2 Samuël 3:28 in verband