Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 23:33-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. de Harariet Samma; Achiam, de zoon van de Harariet Sarar;

34. Elifelet, de zoon van Achasbai, de zoon van een Maäkatiet; Eliam, de zoon van de Giloniet Achitofel;

35. de Karmeliet Chesrai; de Arbiet Paärai;

36. Jigal, de zoon van Natan, uit Soba; de Gadiet Bani;

37. de Ammoniet Selek; de Beërotiet Nachrai, de wapendrager van Joab, de zoon van Seruja;

38. de Jetriet Ira; de Jetriet Gareb;

39. de Hethiet Uria; tezamen zevenendertig.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 23