Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 22:44-51 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

44. Gij deedt mij ontkomen aan de twisten van mijn volk,Gij hebt mij bewaard om hoofd te zijn der natiën;volken die ik niet kende, werden mij dienstbaar.

45. Vreemden veinsden onderdanigheid tegenover mij;nauwelijks hadden zij van mij gehoord,of zij gehoorzaamden mij.

46. Vreemden verloren hun krachten verlieten bevend hun burchten.

47. De Here leeft. Geprezen zij mijn Rots,en verhoogd zij de God mijns heils,

48. de God, die mij wraak heeft verleend,die volken aan mij onderworpen heeft

49. en mij van mijn vijanden heeft bevrijd.Gij hebt mij verhoogd boven hen die tegen mij opstonden,Gij hebt mij gered van de geweldenaar.

50. Daarom loof ik U, o Here, onder de volkenen wil ik uw naam psalmzingen.

51. Hij schenkt zijn koning grote uitreddingen,en betoont trouw aan zijn gezalfde,aan David en zijn nageslacht voor altijd.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 22