Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 22:23-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Want al zijn verordeningen stonden mij voor ogenen van zijn inzettingen week ik niet af,

24. maar ik was onberispelijk voor Hem,en wachtte mij voor ongerechtigheid.

25. De Here heeft mij vergolden naar mijn gerechtigheid,naar mijn reinheid vóór zijn ogen.

26. Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw,jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk,

27. jegens de reine toont Gij U rein,maar jegens de verkeerde toont Gij U een tegenstander.

28. Het ellendige volk verlost Gij,en uw ogen zijn tegen de hovaardigen; Gij vernedert hen.

29. Want Gij, o Here, zijt mijn lamp,en de Here doet mijn duisternis opklaren.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 22