Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 2:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Hierna vroeg David de Here: Zal ik optrekken naar een van de steden van Juda? De Here antwoordde hem: Trek op. David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij antwoordde: naar Hebron.

2. Toen trok David daarheen met zijn twee vrouwen: Achinoam, de Jizreëlitische, en Abigaïl, de vrouw van de Karmeliet Nabal.

3. Ook liet David zijn mannen die bij hem waren, meetrekken, ieder met zijn gezin, en zij vestigden zich in de steden van Hebron.

4. En de mannen van Juda kwamen en zalfden David daar tot koning over het huis van Juda.Toen men David meedeelde, dat de mannen van Jabes in Gilead Saul hadden begraven,

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 2