Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 13:13-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. En ik, waarheen zou ik met mijn schande gaan? En gij, gij zoudt in Israël voor een dwaas gehouden worden. Nu dan, spreek toch met de koning, want hij zal u mij niet weigeren.

14. Hij wilde echter naar haar niet luisteren, maar overweldigde haar, onteerde en verkrachtte haar.

15. Daarna kreeg Amnon een zeer grote afkeer van haar; ja, de afkeer die hij tegen haar kreeg, was groter dan de liefde waarmee hij haar had liefgehad; en Amnon zeide tot haar: Sta op, ga weg!

16. Toen sprak zij tot hem met het oog op dit grote kwaad: Mij weg te zenden is erger dan het andere dat gij mij aangedaan hebt. Maar hij wilde naar haar niet luisteren,

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 13