Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 4:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Ook maakte hij een koperen altaar; het was twintig el lang, twintig el breed en tien el hoog.

2. Voorts maakte hij de zee, van gietwerk, tien el van rand tot rand, geheel rond, vijf el hoog, terwijl een meetsnoer van dertig el haar rondom kon omspannen.

3. Om de onderkant heen bevonden zich afbeeldingen van runderen, die haar geheel omgaven, tien el, geheel rondom de zee, twee rijen runderen, in één gietsel met haar gegoten.

4. Zij stond op twaalf runderen, waarvan drie noordwaarts gekeerd waren, drie westwaarts, drie zuidwaarts en drie oostwaarts; de zee rustte boven op hen en al hun achterdelen waren binnenwaarts gewend.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 4