Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 28:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Achaz was twintig jaar oud, toen hij koning werd: hij regeerde zestien jaar te Jeruzalem. Hij deed niet wat recht is in de ogen des Heren zoals zijn vader David,

2. maar hij wandelde in de wegen der koningen van Israël en maakte zelfs gegoten beelden voor de Baäls;

3. ja, hij ontstak offers in het dal Ben-Hinnom en verbrandde zijn zonen met vuur in overeenstemming met de gruwelen der volken, die de Here voor het aangezicht van de Israëlieten had verdreven.

4. Hij bracht offers en ontstak die op de hoogten, op de heuvels en onder elke groene boom.

5. Daarom gaf de Here, zijn God, hem over in de macht van de koning van Aram, zodat zij hem versloegen en veel gevangenen van hem wegvoerden en naar Damascus brachten. Ook werd hij in de macht van de koning van Israël overgegeven, die hem een zware nederlaag toebracht.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 28