Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 21:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. zie, de Here zal uw volk, uw zonen, uw vrouwen en al uw have zeer zwaar treffen;

15. en gij zelf zult aan een ernstige ziekte lijden, een ingewandsziekte, totdat na verloop van tijd uw ingewanden ten gevolge van de ziekte naar buiten komen.

16. De Here wekte tegen Joram de strijdlust op der Filistijnen en der Arabieren, die naast de Kusieten wonen,

17. zodat zij tegen Juda optrokken, het binnendrongen en al de have die zich in het koninklijk paleis bevond, ja zelfs zijn zonen en zijn vrouwen wegvoerden, zodat hem geen zoon overbleef dan Joachaz, zijn jongste zoon.

18. Na dit alles sloeg de Here hem met een ongeneeslijke ziekte in zijn ingewanden.

19. En na verloop van tijd, toen ongeveer twee jaren voorbijgegaan waren, kwamen ten gevolge van zijn ziekte zijn ingewanden naar buiten, zodat hij aan die kwaadaardige ziekte stierf. Maar zijn volk ontstak voor hem geen vuur, zoals voor zijn vaderen.

20. Hij was tweeëndertig jaar oud, toen hij koning werd, en hij regeerde acht jaren te Jeruzalem. Hij ging heen, onbetreurd; men begroef hem in de stad Davids, maar niet in de graven der koningen.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 21