Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 11:6-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. hij bouwde Betlehem, Etam, Tekoa,

7. Bet-Sur, Soko, Adullam,

8. Gat, Maresa, Zif,

9. Adoraïm, Lakis, Azeka,

10. Sora, Ajjalon en Hebron, die in Juda en in Benjamin liggen, vestingsteden.

11. Hij versterkte de vestingen, en zond er bevelhebbers heen, en voorraden van levensmiddelen, olie en wijn;

12. bovendien naar elke stad schilden en speren. En hij maakte ze buitengewoon sterk. Juda en Benjamin behoorden hem toe.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 11