6. hij bouwde Betlehem, Etam, Tekoa,
7. Bet-Sur, Soko, Adullam,
8. Gat, Maresa, Zif,
9. Adoraïm, Lakis, Azeka,
10. Sora, Ajjalon en Hebron, die in Juda en in Benjamin liggen, vestingsteden.
11. Hij versterkte de vestingen, en zond er bevelhebbers heen, en voorraden van levensmiddelen, olie en wijn;
12. bovendien naar elke stad schilden en speren. En hij maakte ze buitengewoon sterk. Juda en Benjamin behoorden hem toe.