Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 10:15-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Dus luisterde de koning niet naar het volk, want zo was het door God beschikt, opdat de Here zijn woord waar zou maken, dat Hij door de dienst van de Siloniet Achia tot Jerobeam, de zoon van Nebat, gesproken had.

16. Toen geheel Israël zag, dat de koning niet naar hen luisterde, gaf het volk de koning ten antwoord: Wij hebben geen deel aan David, en geen erfbezit met de zoon van Isaï! Ieder naar uw tenten, Israël! Zorg nu voor uw eigen huis, David! En heel Israël ging naar zijn tenten.

17. Maar over de Israëlieten die in de steden van Juda woonden, werd Rechabeam koning.

18. Koning Rechabeam zond Hadoram, die over de herendienst gesteld was, doch de Israëlieten stenigden hem, zodat hij stierf, en koning Rechabeam slaagde er ternauwernood in, de wagen te beklimmen om naar Jeruzalem te vluchten.

19. Aldus werden de Israëlieten van Davids huis afvallig tot op de huidige dag.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 10