Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 9:35-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

35. Zij gingen heen om haar te begraven, maar vonden van haar niets dan de schedel, de voeten en de handpalmen.

36. Toen zij terugkwamen en hem dat berichtten, zeide hij: Dit is het woord, dat de Here gesproken heeft door zijn knecht, de Tisbiet Elia: Op de akker te Jizreël zullen de honden het vlees van Izebel verslinden,

37. en het lijk van Izebel zal op de akker te Jizreël zijn als mest op het veld, zodat men niet kan zeggen: Dit is Izebel.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 9