Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 9:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De profeet Elisa riep een van de profeten en zeide tot hem: Gord uw lendenen, neem deze oliekruik met u en ga naar Ramot in Gilead.

2. Wanneer gij daar gekomen zijt, zie dan uit naar Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi. Ga bij hem binnen, doe hem opstaan uit het midden van zijn wapenbroeders en breng hem in de binnenste kamer.

3. Neem dan de kruik met olie, giet ze uit over zijn hoofd en zeg: Zo spreekt de Here: Ik zalf u tot koning over Israël. Open daarna de deur en vlucht zonder dralen weg.

4. Toen ging die jonge man, de jonge profeet, naar Ramot in Gilead.

5. Toen hij daar kwam, zaten de legeroversten juist bijeen. En hij zeide: Ik heb een boodschap voor u, overste. Jehu zeide: Voor wie van ons allen? En hij antwoordde: Voor u, overste.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 9