Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 5:19-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. En hij zeide tot hem: Ga in vrede.Toen hij een eindweegs van hem was weggegaan,

20. dacht Gechazi, de knecht van Elisa, de man Gods: Zie, daar heeft mijn heer deze Arameeër Naäman ontzien door niets van hem aan te nemen van wat hij had meegebracht! Zo waar de Here leeft, ik snel hem achterna en neem iets van hem aan.

21. Dus ging Gechazi Naäman achterna. Toen Naäman zag, dat iemand hem achterna snelde, sprong hij van de wagen af hem tegemoet en zeide: Is het wel?

22. En hij antwoordde: Ja. Mijn heer heeft mij gezonden met deze boodschap: Zie, zojuist zijn twee jonge mannen uit de profeten tot mij gekomen van het gebergte Efraïm. Geef hun toch een talent zilver en twee bovenklederen.

23. En Naäman zeide: Wees zo goed en neem twee talenten. En hij drong bij hem aan. Daarop liet hij twee talenten zilver in twee buidels pakken, benevens twee bovenklederen en gaf die aan twee van zijn knechten, die ze voor hem uit droegen.

24. Toen hij bij de heuvel gekomen was, nam hij ze van hen over, borg ze op in huis en liet die mannen heengaan. En zij gingen heen.

25. Nadat hij binnengekomen was en voor zijn heer was gaan staan, vroeg Elisa hem: Vanwaar Gechazi? En hij antwoordde: Uw knecht is nergens heen geweest.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 5