Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 15:32-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. In het tweede jaar van Pekach, de zoon van Remaljahu, de koning van Israël, werd Jotam koning, de zoon van Uzzia, de koning van Juda.

33. Hij was vijfentwintig jaar oud, toen hij koning werd; hij regeerde zestien jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Jerusa; zij was de dochter van Sadok.

34. Hij deed wat recht is in de ogen des Heren, geheel zoals zijn vader Uzzia gedaan had.

35. Alleen verdwenen de hoogten niet; nog steeds slachtte en offerde het volk op de hoogten. Hij bouwde de Bovenpoort van het huis des Heren.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 15