Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 14:15-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Het overige van de geschiedenis van Joas, wat hij gedaan heeft en zijn dappere daden, en hoe hij gestreden heeft tegen Amasja, de koning van Juda, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Israël?

16. Joas ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria bij de koningen van Israël; zijn zoon Jerobeam werd koning in zijn plaats.

17. Amasja, de zoon van Joas, de koning van Juda, leefde na de dood van Joas, de zoon van Joachaz, de koning van Israël, vijftien jaar.

18. Het overige van de geschiedenis van Amasja, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Juda?

19. Men smeedde te Jeruzalem een samenzwering tegen hem en hij vluchtte naar Lakis. Maar men liet hem achternazetten naar Lakis en daar doden.

20. Men legde hem op paarden, en hij werd te Jeruzalem begraven bij zijn vaderen in de stad Davids. –

21. Nu had het gehele volk van Juda Azarja, toen deze zestien jaar oud was, genomen en koning gemaakt in de plaats van zijn vader Amasja.

22. Hij versterkte Elat en bracht het aan Juda terug, nadat de koning bij zijn vaderen te ruste was gegaan.

23. In het vijftiende jaar van Amasja, de zoon van Joas, de koning van Juda, werd Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël, koning te Samaria; hij regeerde eenenveertig jaar.

24. Hij deed wat kwaad is in de ogen des Heren, hij week niet af van al de zonden die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven.

25. Hij heroverde het gebied van Israël, van de weg naar Hamat tot de zee der Vlakte, volgens het woord dat de Here, de God van Israël, gesproken had door zijn knecht, de profeet Jona, de zoon van Amittai, uit Gat-Hachefer.

26. Want de Here had gezien, dat de ellende van Israël zeer bitter was, dat het met hoog als met laag gedaan was en dat er geen helper was voor Israël.

27. Maar de Here had niet gezegd, dat Hij de naam van Israël van onder de hemel zou uitwissen; dus verloste Hij hen door Jerobeam, de zoon van Joas.

28. Het overige van de geschiedenis van Jerobeam en al wat hij gedaan heeft en zijn dappere daden, hoe hij gestreden heeft en hoe hij Damascus en Hamat, (die eens behoord hadden) aan Juda, aan Israël teruggebracht heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Israël?

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 14