Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 11:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen Atalja, de moeder van Achazja, zag, dat haar zoon dood was, maakte zij zich op en bracht het gehele koninklijke geslacht om.

2. Maar Jehoseba, de dochter van koning Joram, de zuster van Achazja, nam Joas, de zoon van Achazja, en bracht hem met zijn voedster heimelijk weg uit de kring der prinsen die gedood werden, naar de bergplaats voor de bedden; en zij verborgen hem voor Atalja, zodat hij niet ter dood gebracht werd.

3. Hij bleef zes jaar bij haar verborgen in het huis des Heren, terwijl Atalja over het land regeerde.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 11