Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 9:13-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Zodra gij de stad inkomt, zult gij hem vinden, voordat hij de hoogte opgaat om te eten. Want het volk eet niet, voordat hij gekomen is; hij zegent namelijk het offer en daarna eten de genodigden. Nu dan, gaat heen, want gij zult hem dadelijk vinden.

14. Zij gingen dan naar de stad, en toen zij de stad ingingen, kwam Samuël juist naar buiten, hun tegemoet, om de hoogte op te gaan.

15. De Here nu had één dag vóór de komst van Saul aan Samuël geopenbaard:

16. Morgen om deze tijd zal Ik een man uit het land van Benjamin tot u zenden; hem zult gij tot vorst over mijn volk Israël zalven en hij zal mijn volk verlossen uit de macht der Filistijnen. Want Ik heb acht geslagen op mijn volk, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 9