Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 31:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Intussen streden de Filistijnen tegen Israël. De mannen van Israël sloegen voor hen op de vlucht en er vielen doden op het gebergte Gilboa.

2. De Filistijnen dan zaten Saul en zijn zonen op de hielen en zij doodden Jonatan, Abinadab en Malkisua, de zonen van Saul.

3. Daarop werd de strijd voor Saul te zwaar; toen de boogschutters hem onder schot kregen, beefde hij zeer voor de schutters.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 31