Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 29:3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

zeiden de aanvoerders der Filistijnen: Wat moeten deze Hebreeën? Akis antwoordde de aanvoerders der Filistijnen: Dat is immers David, de dienaar van Saul, de koning van Israël, die al sinds jaar en dag bij mij is, zonder dat ik iets op hem aan te merken had van de dag af, dat hij overgelopen is, tot op deze dag.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 29

Uitzicht 1 Samuël 29:3 in verband