Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 13:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Saul nu was één jaar aan de regering geweest.Toen hij twee jaar over Israël geregeerd had,

2. koos Saul zich drieduizend man uit Israël, waarvan er tweeduizend waren bij Saul te Mikmas en op het gebergte van Betel en duizend bij Jonatan te Gibea in Benjamin, maar de rest van het volk liet hij weggaan, ieder naar zijn tent.

3. Jonatan nu versloeg de bezetting der Filistijnen, die te Geba lag; dit vernamen de Filistijnen. Terzelfder tijd liet Saul in het gehele land op de hoorn blazen, want hij dacht: De Hebreeën moeten het vernemen.

4. Zo hoorde geheel Israël de boodschap: Saul heeft de bezetting der Filistijnen verslagen en zodoende is Israël bij de Filistijnen in een kwade reuk gekomen. Toen werd het volk opgeroepen om Saul te volgen naar Gilgal.

5. De Filistijnen nu hadden zich verzameld om tegen Israël te strijden, drieduizend wagens, zesduizend ruiters en voetvolk even talrijk als het zand aan de oever der zee. Zij trokken op en legerden zich te Mikmas, oostelijk van Bet-Awen.

6. Toen de mannen van Israël zagen, dat zij in het nauw kwamen, dat het volk bedreigd werd, verborg het volk zich in de spelonken, spleten, rotsen, grotten en putten;

7. ook gingen Hebreeën over de Jordaan naar het land van Gad en Gilead, terwijl Saul nog te Gilgal was en al het volk bevende in zijn gevolg bleef.

8. Hij wachtte zeven dagen, tot de tijd die Samuël had bepaald. Maar toen Samuël niet naar Gilgal kwam, begon het volk van hem weg te lopen;

9. daarom zeide Saul: Brengt mij het brandoffer en de vredeoffers. En hij offerde het brandoffer.

10. Nauwelijks was hij gereed met het offeren van het brandoffer, of zie, daar kwam Samuël. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten.

11. Toen zeide Samuël: Wat hebt gij gedaan? Saul antwoordde: Daar ik zag, dat het volk van mij wegliep en gij niet op de afgesproken tijd kwaamt, terwijl de Filistijnen te Mikmas verzameld waren,

12. dacht ik: nu zullen de Filistijnen op mij afkomen te Gilgal, en ik heb de gunst des Heren nog niet gezocht; toen heb ik mij verstout en heb het brandoffer geofferd.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 13