Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 9:22-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. Het gehele getal van hen die uitgekozen waren tot poortwachters bij de dorpels, was tweehonderd twaalf. In hun dorpen zijn zij in het register opgenomen; David en Samuël, de ziener, hadden hen in hun ambt gesteld.

23. Zij en hun zonen hielden tot bewaking toezicht op de poorten van het huis des Heren, de tentwoning.

24. Naar de vier windstreken waren de poortwachters opgesteld: naar het oosten, het westen, het noorden en het zuiden.

25. En hun broeders, in hun dorpen, moesten op bepaalde tijden voor zeven dagen met hen dienst doen,

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 9