Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 6:4-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Eleazar verwekte Pinechas; Pinechas verwekte Abisua;

5. Abisua verwekte Bukki; Bukki verwekte Uzzi;

6. Uzzi verwekte Zerachja; Zerachja verwekte Merajot;

7. Merajot verwekte Amarja; Amarja verwekte Achitub;

8. Achitub verwekte Sadok; Sadok verwekte Achimaäz;

9. Achimaäz verwekte Azarja; Azarja verwekte Jochanan;

10. Jochanan verwekte Azarja; deze is het, die het priesterambt bekleedde in de tempel die Salomo te Jeruzalem gebouwd had.

11. En Azarja verwekte Amarja; Amarja verwekte Achitub;

12. Achitub verwekte Sadok; Sadok verwekte Sallum;

13. Sallum verwekte Chilkia; Chilkia verwekte Azarja;

14. Azarja verwekte Seraja; Seraja verwekte Josadak.

15. En Josadak ging mede, toen de Here (de bewoners) van Juda en Jeruzalem liet wegvoeren door Nebukadnessar.

16. De zonen van Levi dan waren: Gersom, Kehat en Merari.

17. Dit zijn de namen van de zonen van Gersom: Libni en Simi;

18. de zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël;

19. de zonen van Merari: Machli en Musi.En dit zijn de geslachten der Levieten, naar hun vaderen.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 6