Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 28:17-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Voorts zuiver goud voor de vorken, de sprengbekkens en de kannen; voor de gouden bekers, overeenkomstig het gewicht van elke beker afzonderlijk, en voor de zilveren bekers, overeenkomstig het gewicht van elke beker afzonderlijk.

18. Ook gelouterd goud voor het reukofferaltaar, overeenkomstig het gewicht; en goud voor de beeltenis van de wagen, de cherubs, die met uitgespreide vleugels de ark van het verbond des Heren moesten bedekken.

19. Alles staat in een geschrift, ontvangen uit de hand des Heren, waarin Hij mij onderrichtte aangaande de gehele uitvoering van het ontwerp.

20. Toen zeide David tot zijn zoon Salomo: Wees sterk en moedig, en doe het: vrees niet en wees niet verschrikt, want de Here God, mijn God, is met u. Hij zal u niet begeven en u niet verlaten, totdat al het werk voor de dienst van het huis des Heren gereed is.

21. Zie, de afdelingen der priesters en der Levieten zijn daar voor heel de dienst van het huis Gods, en gij hebt bij elk soort van werk de beschikking over allerlei gewillige lieden, die bedreven zijn in elke arbeid; de oversten en het gehele volk staan bij alles tot uw dienst.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 28