5. De zonen van Peres waren: Chesron en Chamul;
6. de zonen van Zerach: Zimri, Etan, Heman, Kalkol en Dara, tezamen vijf.
7. De zonen van Karmi: Akar, die Israël in het ongeluk stortte, doordat hij zich aan het gebannene vergreep;
8. en de zonen van Etan: Azarja.
9. De zonen, die aan Chesron werden geboren, waren: Jerachmeël, Ram en Kelubai.
10. Ram verwekte Amminadab; Amminadab verwekte Nachson, de vorst der Judeeërs;
11. Nachson verwekte Salma; Salma verwekte Boaz;
12. Boaz verwekte Obed; Obed verwekte Isaï;
13. en Isaï verwekte Eliab, zijn eerstgeborene, Abinadab, zijn tweede, Sima, zijn derde;
14. Netanel, zijn vierde, Raddai, zijn vijfde;
15. Osem, zijn zesde, David, zijn zevende.