Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 7:28-42 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. Aldus was de vorm van een onderstel: er waren sluitplaten aan, en wel sluitplaten tussen de stijlen.

29. Op de sluitplaten tussen de stijlen stonden leeuwen, runderen en cherubs, en op de stijlen evenzo; boven en beneden de leeuwen en de runderen waren afhangende kransen.

30. Dan waren aan één onderstel vier koperen raderen alsmede koperen assen; ook waren aan de vier hoekstijlen handvatten, onder het bekken waren de handvatten gegoten, tegenover elk waren kransen.

31. En de opening daarvan was binnen de handvatten en een el verderop, en zijn opening was rond, bij wijze van een voetstuk, anderhalve el (diep); en ook aan de opening was beeldwerk, doch hun sluitplaten vormden een vierkant, waren dus niet rond.

32. De vier raderen waren beneden de sluitplaten, en de steunsels der raderen waren aan het onderstel; en de hoogte van één rad was anderhalve el.

33. De vorm van de raderen was als die van een wagenrad; hun steunsels echter, velgen, spaken en naven, waren geheel van gietwerk.

34. Wat nu de vier handvatten betreft aan de vier hoeken van elk onderstel: aan het onderstel zaten zijn handvatten vast.

35. En aan de bovenkant van het onderstel was een rand van een halve el hoog, geheel rond; en boven aan het onderstel zaten zijn handvatten en zijn sluitplaten vast.

36. En hij graveerde op de vlakken van zijn handvatten en op zijn sluitplaten cherubs, leeuwen en palmen, naardat elk ruimte bood, en kransen rondom.

37. Aldus maakte hij de tien onderstellen; zij waren alle van één gietsel, één maat, één vorm.

38. Verder maakte hij tien koperen bekkens, veertig bath kon elk bekken bevatten, vier el (mat) elk bekken, één bekken op elk van de tien onderstellen.

39. En hij plaatste de onderstellen: vijf aan de rechtervleugel van het huis en vijf aan de linkervleugel; en de zee plaatste hij aan de rechtervleugel van het huis, naar het zuidoosten.

40. Ook maakte Chiram de potten, scheppen en sprengbekkens.Zo voltooide Chiram al het werk, dat hij voor koning Salomo aan het huis des Heren had te doen:

41. de twee zuilen, de twee bollen der kapitelen op de top der zuilen, de twee vlechtwerken om beide bollen der kapitelen op de top der zuilen te bedekken,

42. de vierhonderd granaatappelen voor beide vlechtwerken, twee rijen granaatappelen voor elk vlechtwerk, om de beide bollen der kapitelen op de zuilen te bedekken,

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 7