Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 7:16-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Ook maakte hij twee kapitelen om die op de toppen der zuilen te plaatsen, gietwerk van koper; vijf el was de hoogte van het ene kapiteel en vijf el de hoogte van het andere kapiteel.

17. Voorts maakte hij twee vlechtwerken voor de kapitelen die op de top der zuilen waren; het vlechtwerk was gemaakt van gedraaide snoeren, op de wijze van slingers: zeven voor het ene kapiteel en zeven voor het andere kapiteel.

18. Dan maakte hij nog de granaatappelen, en wel twee rijen rondom op het ene vlechtwerk, om de kapitelen op de top der zuilen te bedekken; evenzo deed hij met het andere kapiteel.

19. En de kapitelen aan de voorhal, vier el hoog, op de top der zuilen, waren lelievormig,

20. namelijk de kapitelen op de beide zuilen, geheel bovenaan, voorbij het vlechtwerk dat vlak op de bol zat; granaatappelen waren er tweehonderd aan rijen rondom op het ene kapiteel en evenzo op het andere kapiteel.

21. Daarna stelde hij de zuilen op bij de voorhal der hoofdzaal; toen hij de rechterzuil opstelde, noemde hij haar Jakin; toen hij de linkerzuil opstelde, noemde hij haar Boaz.

22. Nadat het leliewerk op de top der zuilen was aangebracht, was de arbeid aan de zuilen voltooid.

23. Voorts maakte hij de zee, van gietwerk, tien el van rand tot rand, geheel rond, vijf el hoog, terwijl een meetsnoer van dertig el haar rondom kon omspannen.

24. Beneden de rand waren kolokwinten, die haar geheel omgaven, tien in een el, geheel rondom de zee; in twee rijen zaten de kolokwinten, in één gietsel met haar gegoten.

25. Zij stond op twaalf runderen, waarvan drie noordwaarts gekeerd waren, drie westwaarts, drie zuidwaarts en drie oostwaarts, en de zee rustte boven op hen, en al hun achterdelen waren binnenwaarts gewend.

26. Haar dikte was een handbreed en haar rand was in de vorm van een bekerrand, een leliekelk. Zij had een inhoud van tweeduizend bath.

27. Verder maakte hij de onderstellen, en wel tien, van koper; vier el was de lengte van één onderstel, vier el de breedte en drie el zijn hoogte.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 7