Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 18:13-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Is het mijn heer niet meegedeeld, wat ik gedaan heb, toen Izebel de profeten des Heren doodde? Toen heb ik van de profeten des Heren honderd man verborgen, vijftig bij vijftig in een spelonk, en ik heb hen met brood en water verzorgd.

14. Hoe kunt gij dan nu zeggen: Ga heen, zeg tot uw heer: Elia is er? Hij zou mij doden.

15. Daarop zeide Elia: Zo waar de Here der heerscharen leeft, in wiens dienst ik sta, heden zal ik mij aan hem vertonen.

16. Toen ging Obadja Achab tegemoet en berichtte het hem, waarop Achab Elia tegemoet ging.

17. Zodra Achab Elia zag, zeide Achab tot hem: Zijt gij daar, gij, die Israël in het ongeluk stort?

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 18