Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 11:22-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. Doch Farao vroeg hem: Maar wat ontbreekt u dan bij mij, dat gij opeens begeert naar uw land te gaan? En hij antwoordde: Niets, laat mij nochtans gaan.

23. God deed nog een tegenstander tegen hem opstaan, Rezon, de zoon van Eljada, die zijn heer Hadadezer, de koning van Soba, ontvlucht was.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 11