Oude Testament

Nieuwe Testament

Titus 2:10-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. of oneerlijkheid, maar alle goede trouw bewijzen, om de leer van God, onze Heiland, in alles tot sieraad te strekken.

11. Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen,

12. om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven,

13. verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus,

Lees verder hoofdstuk Titus 2