Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 3:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis?

2. Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd.

3. Wat toch is het geval? Als sommigen ontrouw geworden zijn, zal dan hun ontrouw de trouw Gods tenietdoen?

4. Volstrekt niet! Maar het blijve: God waarachtig en ieder mens leugenachtig, gelijk geschreven staat:Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in uw woorden,en overwint in uw rechtsgedingen.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 3