Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 14:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Want niemand onzer leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf;

8. want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here. Hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heren.

9. Want hiertoe is Christus gestorven en levend geworden, opdat Hij èn over doden èn over levenden heerschappij voeren zou.

10. Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel Gods.

11. Want er staat geschreven:(Zo waarachtig als) Ik leef, spreekt de Here: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God loven.

12. Zo zal [dan] een ieder onzer voor zichzelf rekenschap geven [aan God].

Lees verder hoofdstuk Romeinen 14