Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 14:18-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Want wie door deze Geest een dienstknecht is van Christus, is welgevallig bij God, en in achting bij de mensen.

19. Zo laten wij dan najagen hetgeen de vrede en de onderlinge opbouwing bevordert.

20. Breek niet ter wille van spijs het werk Gods af; alles is wel rein, maar het is verkeerd voor een mens, als hij door zijn eten tot aanstoot is.

21. Het is goed geen vlees te eten of wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot.

22. Houd gij het geloof, dat gij hebt bij uzelf voor het aangezicht Gods. Zalig is hij, die zich geen verwijten maakt bij hetgeen hij goed acht.

23. Maar wie twijfelt, wanneer hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En al wat niet uit geloof is, is zonde.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 14