Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 12:7-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. profetie, naar gelang van ons geloof; wie dient, in het dienen; wie onderwijst, in het onderwijzen;

8. wie vermaant, in het vermanen; wie mededeelt, in eenvoud; wie leiding geeft, in ijver; wie barmhartigheid bewijst, in blijmoedigheid.

9. De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede.

10. Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld,

11. in ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here.

12. Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed,

13. bijdragend in de noden der heiligen, legt u toe op de gastvrijheid.

14. Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 12