Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 11:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft. Of weet gij niet, wat het schriftwoord zegt in (de geschiedenis van) Elia, als hij Israël bij God aanklaagt:

3. Here, uw profeten hebben zij gedood, uw altaren hebben zij omvergehaald; ik ben alleen overgebleven en mij staan zij naar het leven.

4. Maar wat zegt de godsspraak tot hem? Ik heb Mij zevenduizend man doen overblijven, die hun knie voor Baäl niet hebben gebogen.

5. Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 11