Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 11:12-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!

13. Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening,

14. dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.

15. Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden?

16. Zijn de eerstelingen heilig, dan ook het deeg, en is de wortel heilig, dan ook de takken.

17. Indien nu enkele van de takken weggebroken zijn en gij als wilde loot daartussen geënt zijt en aan de saprijke wortel van de olijf deel hebt gekregen,

Lees verder hoofdstuk Romeinen 11