Oude Testament

Nieuwe Testament

Openbaring 5:7-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. En het kwam en heeft (de rol) aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was.

8. En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen.

9. En zij zongen een nieuw gezang, zeggende:Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie;

10. en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.

Lees verder hoofdstuk Openbaring 5