Oude Testament

Nieuwe Testament

Openbaring 5:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels.

2. En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken?

3. En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien.

4. En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien.

5. En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.

Lees verder hoofdstuk Openbaring 5